1966 Wet op de kinderbescherming

De 1966 Child Protection Act

De Child Protection Act van 1966 is een federale wet die bedoeld is om kinderen te beschermen tegen misbruik, verwaarlozing en/of geweld. De wet stelt de staten verantwoordelijk voor het onderzoeken van meldingen, het voeren van voorlopige hoorzittingen en het bepalen van de verdere stappen met betrekking tot het kind.

Volgens de wet hebben staten de verplichting om:

  • Meldingen van kindermishandeling te onderzoeken.
  • Hoorzittingen voor het voeren als een verdachte wordt beschuldigd van kindermishandeling.
  • Bepalen of er voldoende bewijs is om een verdachte te veroordelen en/of om een kind uit huis te plaatsen.
  • De staten te verplichten om kinderen te beschermen, ongeacht de ras, religie of nationaliteit.

Deze wet is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van het leven voor kinderen en het verminderen van het aantal gevallen van kindermishandeling. In sommige staten hebben deze wetten geleid tot het instellen van verplichte kinderbescherming programma’s, waaronder het verplichte melden van vermoedelijke gevallen van kindermishandeling.

De wet heeft ook de deur geopend voor het stellen van aanvullende vereisten voor staten om te zorgen dat kinderen worden beschermd tegen misbruik. In sommige staten hebben deze vereisten ook geleid tot de krachtige bescherming van de rechten van de kinderen, waaronder het recht op een veilige omgeving, het recht om te worden gehoord in hun eigen belangen en het recht op privacy.

De 1966 Child Protection Act heeft veel bijgedragen aan het verbeteren van de kwaliteit van het leven voor kinderen door de staat te verplichten om meldingen van kindermishandeling te onderzoeken. De wet heeft ook geleid tot het instellen van meer vereisten en beschermingen voor de rechten van kinderen, waardoor het voor staten gemakkelijker wordt om gevallen van kindermishandeling te identificeren en te bestrijden.

Bronnen: