Centrale plaats theorie

Centrale Plaatstheorie

De Centrale Plaatstheorie is een stedebouwkundige theorie die werd ontwikkeld door Walter Christaller in 1933. Het is een model dat gebruikt wordt om de ruimtelijke organisatie van steden en hun gebieden te verklaren. Het model gaat ervan uit dat mensen bestellingen doen bij winkels die dicht bij hun woning staan en dat deze winkels op bepaalde locaties worden geconcentreerd.

Het model bestaat uit twee basiselementen:

  • Het centrale punt
  • Het gebied dat door het centrale punt wordt geserveerd

De centrale plaatsen bevinden zich in het centrum van een stedelijk gebied en bieden een ruim assortiment aan producten en diensten. Als gevolg hiervan zijn er minder winkels in andere delen van het gebied omdat de mensen deze producten en diensten bij het centrale punt kunnen krijgen.

De Centrale Plaatstheorie is een van de meest gebruikte stedebouwkundige theorieën omdat het een goede manier biedt om de ruimtelijke organisatie van een stedelijk gebied te verklaren. Bijvoorbeeld, de stad New York heeft een aantal centrale plaatsen waar veel mensen naar toe gaan voor winkelen, entertainment, cultuur en meer.

Deze theorie is ook nuttig bij het begrijpen van het patroon van verkeer in een stedelijk gebied. Voorbeelden hiervan zijn de binnenstedelijke verkeerspatronen en het bepalen van de beste locatie voor winkels en andere diensten in een stedelijk gebied.

De Centrale Plaatstheorie biedt een krachtig model om de ruimtelijke organisatie van steden te begrijpen. Door het begrijpen van de theorie, kunnen steden hun plannen en beleid beter aanpassen aan de behoeften van de lokale bevolking.

Bron: Wikipedia