Wet van afnemend marginaal nut

De Wet van Afnemende Marginale Nut

De wet van afnemende marginale nut, ook wel bekend als de wet van afnemende meeropbrengsten, is een economische stelling die stelt dat hoe meer men van een goed of dienst consumeert, hoe minder nut er wordt ervaren.

De marginale nut is het nut dat een consument of producent ervaart bij het gebruik van een extra eenheid van een goed of dienst. Als de marginale nut afneemt met iedere extra eenheid, betekent dit dat het nut dat mensen ervaren bij het gebruik van goederen of diensten minder wordt naarmate er meer wordt geconsumeerd.

Voorbeelden

Een voorbeeld van de wet van afnemende marginale nut is een ijsje. Als je een ijsje eet, zul je waarschijnlijk meer genieten van je eerste hap dan van je laatste. Naarmate je meer ijsjes eet, zullen de stukken kleiner worden en zal de smaak minder lekker worden. Op een gegeven moment zal je helemaal geen zin meer hebben om nog meer ijs te eten.

Een ander voorbeeld is het winkelen. Als je voor het eerst naar de winkel gaat, zal je waarschijnlijk veel energie en tijd besteden aan het kiezen van de juiste kleding. Maar als je vaker gaat winkelen, zal je minder tijd besteden aan elke winkelsessie omdat je niet meer zo geïnteresseerd bent in het kiezen van kleding.

Conclusie

De wet van afnemende marginale nut is een economische stelling die stelt dat hoe meer men van een goed of dienst consumeert, hoe minder nut er wordt ervaren. Dit is duidelijk zichtbaar in verschillende situaties, zoals bij het eten van ijsjes of het winkelen voor kleding.

Referentie

[1] Wikipedia. (z.d.). Wet van afnemende marginale nut. Geraadpleegd op 8 december 2020, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_afnemende_marginale_nut